zondag 1 november 2009

En Tom kan lief kijken

Ik vraag me wel eens af of mijn dochter zal gaan lijden aan het tweede kind syndroom. Ik ben zelf ook een tweede kind, de middelste zelfs. Ik geloof dat ik dat als kind wel merkte. De oudste kan immers alles eerder en beter. En de kleinste is lief en schattig, het laatste kleintje van het gezin. Dus wat blijft er over voor de middelste?

Vooral de eerste maanden heb ik het gevoel Linde soms te verwaarlozen. Grote broer Tijm eist de aandacht op. Hij staat graag in het middelpunt van de belangstelling, voert al sinds zijn geboorte graag de ‘Grote Tijmshow’ op. En Linde is een lief en rustig meisje, ze bekijkt de wereld liefst vanuit haar wipstoel. De kraamvisite werpt een blik op haar, ‘Wat een schatje!’ en gaat met Tijm spelen. Niet altijd geheel vrijwillig geef ik toe, meneer heeft technieken om dit af te dwingen. Maar het is een heel vrolijk en enthousiast baasje, dus iedereen doet het met plezier. Ook aan de telefoon met opa en oma is er minder te vertellen over haar dan over haar broer. Ja, ze kan nu lachen. Dat is erg lief. Maar Tijm kan heel goed puzzelen, heeft een puzzel van wel 30 stukjes gedaan. Jeetje wat knap.

Langzaam maar zeker kan ze wat meer. Heel normaal voor een baby, weten we al. Ze kan op haar buik liggen en haar hoofd omhoog houden. Heel soms al omrollen. Alles oppakken en in haar mond stoppen. Geweldig, maar broer Tijm leert intussen praten. We liggen dubbel van zijn verhalen, al zijn ze vaak niet te volgen.

Ze is wel heel lief, roepen we steeds. En dat is ze, vooral als ze je aankijkt met die grote blauwe kijkers. En het zal mettertijd wel goed komen met die aandacht. Als ze hele andere dingen gaat doen dan haar broer. Ze houdt misschien wel helemaal niet van puzzelen. Gaat ze met poppen spelen, als een echt meisje. Haar broer zou die met geen tang aanraken. Of kan ze uren knutselen en tekeningen maken. En tussen de lijntjes kleuren. Kunnen wij uitgebreid trots zijn.

Met ruim vijf maanden is er weer een ontwikkeling, ze kan nu op schoot een tijdlang loszitten! Dat is nieuw, Tijm kon dan wel met 6 maanden kruipen, zitvlees heeft hij nooit gehad. Hij rolde al meteen weer om, om te kijken of het gras niet ergens groener was. Pas met 9 maanden betrapten we hem erop langer dan een paar seconden te zitten. Een zittende baby is dus voor ons heel bijzonder.

We bellen de grootouders om het heugelijke nieuws te delen. De hele familie is er, dus we gaan skypen. Oom Bas is er ook met neef Tom, een paar maanden jonger dan Linde. We vertellen ons verhaal. Opa en oma zijn gepast trots. En uiteraard worden de laatste puzzelkunsten van Tijm besproken. Oom Bas is wat stil.

‘En hoe is het met Tom?’ vragen wij. ‘Nou,’ zegt hij, ‘Tom kan heel lief kijken!’

O jee, zou er ook zoiets zijn als het derde kleinkind syndroom?

2 opmerkingen:

  1. Wat een leuk geschreven stukjes K! Wanneer kunnen we je columns in de bladen verwachten?
    Overigens mama's worden ook wel eens vergeten :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Neef Tom komt vast nog wel eens terug! En dan zullen we tante Anneke niet vergeten!

    BeantwoordenVerwijderen