donderdag 29 december 2011

Dromen

Ik zat weer eens te dromen over de tropen. Over de zon op mijn huid en de hitte die me als een warme deken omarmt. De kruidige geuren van de markt, door de warme lucht naar mijn niet-verstopte neus gedragen. Bloemen in felle kleuren. Geroezemoes van insecten, scherpe kreten van vogels. Om elke hoek een verrassing, iets nieuws, iets te ontdekken. Elke pijnloze dag een kadootje, waarop je je ’s ochtends bij het wakker worden kunt verheugen. Wat zullen we vandaag gaan doen?

Wat zoek ik daar toch? Natuurlijk, de warmte die mijn reuma wegstraalt. De magie uit mijn jeugd, avonturen om boeken over vol te schrijven. En tijd om dat te doen. Het comfort dat een warm klimaat biedt, het buitenleven, een einde aan de eindeloze winterse verkoudheden. In de zon is nietsdoen al leuk. Maar er is meer. De drukke maar ontspannen sfeer, het rustige tempo, gebrek aan stress en moeten. Manana manana. Inshallah. De kunst van het nietsdoen en daarvan genieten. Grote, vertakte gezinnen. Vrouwen die samen hun kinderen verzorgen. Oma’s, tantes, moeders en vriendinnen. Vrouwen die steunen en niet oordelen. Moeders die niet denken aan persoonlijke ontwikkeling, aan zelfontplooiing. Aan welke school ze moeten kiezen voor hun kroost. Aan de juiste schoenen of weer een nieuwe jas. Het leven lijkt zoveel makkelijker als het warm is. Lijkt. Ik weet wel, dat die moeders niet denken aan zelfontplooiing omdat ze het druk hebben om elke dag weer eten op tafel krijgen. Dat ze blij zijn als de kinderen überhaupt naar school kunnen. Makkelijk is relatief. Alles is relatief. Maar iedereen heeft zijn eigen problemen en ze tellen allemaal. Dus ook de mijne.

Verder dromend zie ik me zitten, aan het zwembad, met de kinderen, als expatvrouw. Zoals mijn moeder vroeger zat. Ik strek me uit in de zon, genietend van spetterend gewoel aan mijn voeten. Toch ken ik nu mijn moeders spijt, haar gemiste kansen. Ik zie haar opoffering. En ik weet wel dat ik als ik daar zat juist in de schaduw zou willen wegkruipen, schrijvend achter mijn laptop. Of erop uit zou willen gaan, dingen maken, bijdragen. Dus droom ik van hulp, een inwonende ama. De Anna uit mijn jeugd, die opruimde voor je de kans had het zelf te doen, die waste, streek en oppaste. We vonden haar lief. We namen haar voor lief. De foto’s van haar kinderen aan haar muur, thuis in India bij de grootouders, voor wiens studie zij werkte, we zagen ze wel. Met kerst stuurden we ze kadootjes. Wij vonden het normaal. Anna was blij met haar kans, voor een betere toekomst voor haar kinderen waste ze graag ons ondergoed. Wás het normaal? Ook normaal is relatief, maar eerlijk was het in ieder geval niet. Of haar kinderen beter af waren geweest mét moeder maar zonder geld weet ik niet. Het was Anna’s keuze.

En zo droom ik door tot elke fantasie als een zeepbel uiteenspat. Zelfs in mijn dromen kan ik het perfecte leven niet vinden. Toch droom ik door. Voor mijzelf, en alle moeders op deze wereld. Perfectie hoeven we niet, dat is maar saai. Wat rust, wat vrede. Veel warmte en gezelligheid. En, als het kan, een klein beetje tijd voor onszelf.

Ik wens iedereen een gelukkig nieuw jaar, met veel mooie dromen.

woensdag 21 december 2011

Happy Christmas!


Bij deze wil ik iedereen hele fijne kerstdagen wensen. Met veel familie, vrienden, heerlijke geuren, lekkere smaken, mooie liedjes en prachtige verhalen. Een sprankje magie. En misschien een toefje sneeuw, om het af te maken.

Ik hoop jullie allemaal weer te zien in het nieuwe jaar, met nieuwe energie en nieuwe inspiratie. Gelukkig 2012!

PS wil je ook zo'n mooi Peperkoek Huis als op de foto? Of een Christmas Cake? Doet de gans het water al in je mond lopen? Of eet je liever de vegetarische bietensoep? Voor inspiratie, deze gerechten en nog veel meer, kijk eens op mijn receptensite, Kamelenvoer.

dinsdag 13 december 2011

Ontbijtgesprek

‘Tijm, wil je ontbijt?’
Klik, klik, doen de legosteentjes.
‘Tijm, stop eens met die lego en kom aan tafel. Nu.’
Stapvoets slentert hij naar de tafel.
‘Wil je cereals? Of toast?’
Hij denkt even na. ‘Cereals. Weetabix, chocolate stars en rozijntjes, maar zonder melk. En toast met marmite.’
Gedachteloos meng ik zijn gebruikelijke ontbijt van verschillende cereals en zet het bakje voor zijn neus.
Hij barst meteen los. ‘Nee, geen rice crispies. Ik had gezegd geen rice crispies.’
‘Hoezo geen rice crispies? Je eet altijd rice crispies.’
‘Ik Had Gezegd Geen Rice Crispies Mama.’
Ik probeer terug te denken aan wat hij zei. Geen idee. ‘Maar je eet elke dag rice crispies. Waarom nu opeens niet?’
‘Omdat ik had gezegd, géén rice crispes!’
‘Maar je lust ze best, eet ze nou maar gewoon.’
‘Nee mama, vandaag lust ik geen rice crispies.’
‘Maar gisteren lustte je ze wel?’
Even denk hij na. ‘Ja, gisteren lustte ik wel rice crispies. En morgen lust ik ook rice crispies.’ Dan, schreeuwend. ‘Maar vandaag lust ik ze niet!’
Ik zucht.
‘Je eet ze toch maar. Ze zitten er nu al in.’
Hij krijst. ‘Nee, mama, ik had gezegd géén rice crispies vandaag. Géén!’
‘Dan heb je pech. Ik ga niets anders maken. Je eet het toch maar op.’
Tijm krijst, steeds harder, steeds hysterischer.
‘Mama, je moet ze eruit halen. Mama. Ik vind jou niet gezellig vandaag. Ik had gezegd geen rice crispies. Anders ga ik niet met jou spelen vandaag. Mahama?’
‘Houd eens op met dat gekrijs. Eet gewoon je ontbijt op. Het is hier geen hotel. Ik ben het zat door jou rondgecommandeerd te worden. Eet op.’ Nu krijs ik ook.
‘Mama, je moet stil zijn. Dat doet pijn aan mijn oren, dat gegil. Ik vind jou niet gezellig vandaag. Stop met praten mama, stop.’
Ik zeg niets.
‘Mama,’ roept hij weer. ‘Stop met praten.’
Ik zeg weer niets.
‘Mama. Máhama. Ik wil dat je ja zegt.’
‘Ja?’
‘Ik wil dat je de rice crispies eruit haalt. Nu.’
‘Nee.’
‘Mama, ik wil dat je ja zegt.’
‘Nee. Als je ze eruit wilt hebben dan doe je dat zelf maar. Geef ze maar aan Linde.’
Boos gilt hij door, sputtert tegen. Ik loop weg, voordat ik mijn laatste restjes energie en zelfbeheersing verlies.
Als ik terugkom heeft hij minutieus alle rice crispies uit het bakje gepeuterd.
Ik aai over zijn hoofd. ‘Lekker ontbijt?’
Met volle mond knikt hij.

woensdag 7 december 2011

Donkere wolken

Er hangt een depressie boven de Britse Eilanden. Grijze wolken pakken samen en verstikken de zon. Kleine druppeltjes miezeren neer. De dagen worden korter en kouder. We staren met onze neuzen tegen de achterdeur gedrukt naar de modderige tuin en ik voel me opgesloten in mezelf. De donkere wolken leggen een sluier voor mijn ogen en ik raak mezelf kwijt. Wie is die driftige, doorgedraaide vrouw? Prikkelbaar, haar geduld lang geleden verloren, waart ze als een gillende tornado door het huis. Hollend, van euforie naar wanhopigheid, gedreven maar gestresst, tot alleen uitputting overblijft. Van een afstandje zie ik mezelf en denk, dat kan anders. Beter.

Op een ochtend kom ik, mijn haren nog nat, beneden en Tijm stuitert me toe.
‘Mama, de zon schijnt, mama, kom kijken. Het is mooi weer.’
Naar buiten kijkend knipper ik mijn ogen. Verdraaid. Een strakblauwe hemel grijnst me toe. Tijm heeft zijn laarzen al aan. ‘Kom mama, naar buiten!’
Ik zet water op. ‘Zullen we eerst ontbijten?’

Niet veel later lopen we naar het park. De lucht kraakt, rijp schittert op het gras en de zon laat de wereld glanzen. We hebben mutsen op en handschoenen aan. In het park wijs ik opzij, een modderig pad in. Het is pas negen uur en alle geluid lijkt bevroren. We klimmen over de sluis, langs de aarden wal en stoppen bij de waterval. Ondanks de kou straalt de zon de grauwsluier weg van mijn hoofd. Ik adem de scherpe lucht in en voel mijn zintuigen wakker worden. In mijn hoofd maak ik een blije buiteling. Hé, ik ben er weer.
Tijm rent rond en verzamelt stokken. We spelen poeh-stokjes, we gooien twijgen en takken in de stroom en kijken welke het eerst beneden is. Linde’s tak blijft steken langs de kant en Tijm wint. We spelen opnieuw, en opnieuw. De kinderen rennen af en aan en verzamelen meer. Het water bruist, de bomen suizen en de wereld schittert.
Linde valt in de modder en krijst. Ik hijs haar overeind en kus het af. Jasmijn urmt onrustig in haar buggy, met koude vingers. Met koekjes koop ik haar om. Als kleine witte wolkjes zeilen de oneffenheden door mijn hoofd. Vol vertrouwen blaas ik ze weg en de lucht blijft blauw. We klimmen over de stapstenen. Een voor een neem ik Linde en Tijm aan mijn hand en dapper, stap voor stap, steken we de rivier over. Ik ga terug, draag Jasmijn en daarna de buggy, over. We vallen, rollen en lachen. Mijn broek en jas zitten vol modder maar de spinrag is uit mijn hoofd.

Die middag trekt de lucht weer dicht. De wolken hangen laag, de zon is diep verstopt, alsof hij er nooit was. Ik sta in de kamer, de klok slaat vier en ik knip het licht aan. De nacht komt eraan en bedtijd is nog ver weg. Tijm en Linde springen gillend van de bank naar de stoelen en Jasmijn brult hongerig in de box. Ik tel langzaam tot tien en weet dat ik terug moet naar het park. Terug naar die plek in mezelf waar ik vanochtend was en waar de zon schijnt. Waar ik een leuke moeder kan zijn en kan genieten, zonder mezelf kwijt te raken. Ik weet dat ik het kan. Maar het is zo verrekte moeilijk.

donderdag 1 december 2011

Druk en rust

Ik ben een beetje moe. Ik neem een weekje rust. Deze week en mijn hoofd zijn te vol, te veel, te van alles. Maar, ik ben er snel weer, dat beloof ik!

In de tussentijd, neem eens een kijkje op mijn twee nieuwe websites. In het engels deze keer. Stuur de links door aan al je vrienden en vriendinnen die geen Nederlands lezen. Graag. Dankjewel.

Voor vertalingen van stukjes eerder verschenen op deze site:
http://kamel-mail.blogspot.com/

Voor stukjes over creatief koken met kleine kinderen:
http://kamel-food.blogspot.com/

Heb je een facebook account? Kom dan eens kijken op de nieuwe Kamel pagina! 'Like' hem en je krijgt vanzelf updates van alle K-meel en Kamel sites in je news feed.

En, allerlaatst, als je iets dan wel niet ván mij, maar wel óver mij wilt lezen, lees dan de Quote van deze maand. Er staat een interview met mij in!