dinsdag 25 december 2012


Iedereen een heel vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar gewenst vanuit een heet en regenachtig Singapore

Wij zijn op vakantie, tot volgend jaar!

donderdag 13 december 2012

Sneeuwstorm in Singapore

‘Mama,’ zegt Tijm.
‘Ja, wat is er?’ kijk ik op.
‘Ik vind kerstmis in Singapore helemaal niet leuk,’ zucht hij.
‘Niet leuk? Hoezo?’
‘Nou,’ zegt hij met een frons. ‘Er is geen sneeuw in Singapore met kerst.’
Ik begin uit te leggen dat er in Nederland en Engeland toch ook niet altijd sneeuw is met kerst, dat het soms gewoon regent, net als hier, en dat het vooral gaat om de gezelligheid, samenzijn, vrede op aarde en meer van dat moois. Dan realiseer ik me dat in zijn korte leven bijna alle kerstmissen wit zijn geweest, vol sneeuwpoppen en sleeën en rode neuzen. Hij is niet anders gewend. Ik wel, als kind in de tropen en de woestijn. Wij hadden de slappen naalden van de casuarina boom als kerstboom. Die priknaalden van de spar bij opa en oma vond ik raar. Kerst hoort te zijn, zoals kerst hoort te zijn. En dat is mét sneeuw voor mijn zoon.

Gelukkig is Singapore Singapore, en kun je hier alles krijgen. Zelfs sneeuw. Om half acht ‘s avonds, bij het winkelcentrum, zegt het aanplakbiljet. Vol spanning gaan we op weg. Rondom een hoge kerstboom met veel lichtjes hebben zich al flink wat mensen verzameld. Singaporesen en expats zoals wij, die met nostalgische blik kijken naar de kerstboom tussen de palmen. Rondom staan machines opgesteld, beplakt met glinsterende sneeuwvlokken. Met andere ouders bespreken we wat gaat komen. Zou het daadwerkelijk sneeuw zijn? Net zulke machines staan immers ook langs skipistes, om lege plekken aan te vullen met echte sneeuw. Maar dan is de luchttemperatuur rond het vriespunt. Hier dertig graden hoger. De sneeuw zou smelten zo gauw hij de machine verlaat. We wachten af, luisterend naar vrolijke kerstliedjes. Steeds meer kinderen verzamelen zich voor de mysterieuze machines.

Opeens beginnen de machines te ronken. Ze braken schuim uit, dikke lagen schuim. De kinderen kijken verbaasd toe. Dan snappen ze het, en duiken erin. Tussen bergen bubbels zijn we al snel Tijm en Linde kwijt. Hoofdjes met haren in alle kleuren rennen rond en hebben sneeuwpret in dunne shirtjes en korte broeken. Er wordt gegooid, gegleden, gesmeerd en papa ingezeept. Letterlijk. Ietsje later, als de lawine schuim op de vloer begint te zakken gaan meer machines ronken, deze keer omhoog gericht. Tegen de donkere tropenlucht spuiten dikke, witte vlokken omhoog. In draaiende vlagen dwarrelen de ze rond en dalen neer op de kerstboom, onze hoofden, tassen, camera’s en de palmbomen. Iedereen juicht. Kinderen worden hoog opgelicht in de wervelende massa schuim. Er wordt gesprongen en gedanst.

We hebben geen droge kleren bij ons en rillen nat terug in de kille airconditioning van de bus.
‘Zie je wel dat er ook sneeuw is in Singapore?’ zeg ik tegen Tijm.
Hij grijnst. ‘Het was geen echte sneeuw, hè mama?’
‘Nee,’ knik ik.
‘Het was schuimsneeuw,’ giebelt Tijm, ‘in Singapore hebben ze schuimsneeuw.’
‘Maar schuimsneeuw is ook leuk, toch?’
Ja, juichen Tijm en Linde in koor.

‘Mama,’ vraagt Tijm weer.
‘Ja?’
‘Wanneer gaan we een kerstboom kopen?’
‘Zaterdag,’ beloof ik. ‘Een echte. Mét priknaalden.’



Een ongelofelijk verhaal? Kijk op mijn facebookpagina voor de foto's!

dinsdag 4 december 2012

Vrij verdwalen


Drie maanden Singapore doorkruisen met taxichauffeurs die de weg weinig beter kenden dat ik had me er al een beetje, maar bij lange na niet voldoende, op voorbereid: de weg vinden en berijden in Singapore. Zelfs de tomtom heeft moeite met het ondoorgrondelijke wegennet van Singapore.

Iemand aan de overkant van onze straat is zo ver weg als iemand kilometers verderop, want de weg waar wij aan wonen is breder dan de meeste snelwegen. Acht, tien of op zijn wijdst zelfs twaalf banen breed. Rijd ik het hek van ons complex uit, dan moet ik naar links. Is mijn bestemming echter rechtdoor of rechtsaf, ook dan moet ik naar links, dan snel weer links, slingerend door een woonwijk linksaanhoudend, invoegend op een andere drukke, brede weg tot ik vijf minuten later weer thuis ben, maar dan langs de zijkant aan kom rijden en de weg rechtdoor of rechtsaf kan nemen. Wil ik deze omweg niet nemen dan zal ik linksaf en rechtdoor moeten gaan, om illegaal bij de markt, of legaal bij het volgende kruispunt een kilometer verderop, een Singaporese U-bocht te maken.

Deze U-bocht is fundamenteel voor rijden in Singapore. Maar al te vaak rijd je je doel aan de rechterkant van de weg voorbij en moet je mopperend doorrijden, hopend dat er zich snel een mogelijkheid aanbiedt om te draaien. Een legale liefst. Heel naïef dacht ik dat, net als in Europa, draaien mag zolang er niet aangegeven staat dat het niet mag. Niet waar. Het mag alleen, bleek, als er aangegeven staat dat het wél mag. Dat verklaarde meteen het boos kijkende meisje, dat laatst mijn twijfelende wachten, schuin over de weg bij een stoplicht, bozig vastlegde op haar smartphone. Singaporeans houden zich graag aan regels. En houden niet van buitenlanders, die dat niet doen.

Heb je eenmaal het principe van rijrichting en U-bocht begrepen dan moet je de volgende, essentiële vaardigheid  leren beheersen: het voorsorteren. In de drukke chaos van krioelende taxi’s, bussen en auto’s wordt op het laatste moment van baan verwisselen niet in dank, maar in getoeter afgenomen. Ver voor de kruising moet je bedenken welke baan de beste kans geeft op aanbelanden op de juiste weg. Hierbij moet je niet één, maar een paar afslagen vooruit denken. Een gemiste afslag levert kilometers omweg op. Ondanks duidelijke borden en pijlen op het wegdek ga ik regelmatig, in blinde paniek, op een kruising in de fout. Er kan nog meer fout. Terug naar huis moet ik niet in de tunnel onder het viaduct belanden. Deze komt precies bij ons hek weer boven. Een bocht, die je net niet haalt, zodat je de eerder omschreven kilometers omweg opnieuw moet maken.

Tijdens het rijden breekt koud zweet me regelmatig uit. Ik heb talloze verkeersregels overtreden, de meesten mij onbekend. Ik heb al een parkeerbon op mijn naam en een kras op mijn bumper. Naar school rijden gaat tien minuten sneller dan weer naar huis. Ik verdwaal met de regelmaat van de klok. Ik vervloek bewegingloze files. Maar ik geniet. Van rijden, dwalen, door deze geweldige stad. Elke keer dat ik mijn weg kwijtraak leer ik er nieuwe kennen. Met of zonder gillende kinderen veilig vastgesnoerd in hun stoelen. Rijden in Singapore? Een fantastisch avontuur!