woensdag 24 februari 2010

Slaap, of het gebrek daaraan

Het is één uur. Het huis is vol stilte. Ik pak een kopje thee, een koekje en de laptop en strijk neer op de bank. Even genieten van de rust. Dan hoor ik boven zacht gestommel. O nee, schrik ik. Ik praat mezelf moed in. Hij valt vast zo in slaap. 

Ik ga aan het werk. Na een paar zinnen verstomt het gestommel. Een kwartiertje later kijk ik op. Kleppert daar boven het traphekje? Nee, ik verbeeld het me maar. De stilte stijgt me zeker naar mijn hoofd. Maar dan opeens toch. Kleine voetjes op de trap. Een handje op de deurklink. Met een brede grijns staat hij voor mijn neus. 'Naam wak!' kondigt hij aan. Alsof dat nog niet duidelijk was. Om te onderstrepen dat het hem menens is heeft hij zich vast aangekleed. De broek achterstevoren. Alleen de linkersok. Maar allebei de schoenen en de trui heeft hij keurig aan.

Hij wurmt zich naast me op de bank en kijkt me trots aan. Het hoofdje schuin, zijn liefste blik in zijn ogen. Hij weet dat als hij nu lastig wordt hij zo weer boven is. En dat mama dan de deur wél goed dicht doet. Ik zucht en leg de laptop weg. Hoop vanuit het diepst van mijn tenen dat dit eenmalig is. Dat het moment dat ik al maanden met bange vrees tegemoet zie niet nu, toch nog sneller dan verwacht, aangebroken is. Het moment dat alle moeders van peuters vrezen. Het moment dat Tijm geen middagslaapje meer doet. Nu ik er na maanden hard werken eindelijk in geslaagd was de middagslaapjes van Linde en Tijm te synchroniseren.

Ook s' nachts begint hij rond te spoken. Hij weigert te slapen. Zijn kamerdeur moet open, het licht op de gang aan. Het traphek doen we voor de zekerheid dicht, zodat hij niet per ongeluk de trap af slaapwandelt. Het lijkt iets te helpen. Dan staat hij ’s nachts opeens naast ons bed. Zijn sokken en zijn broek aan. Met de goede kant voor en de Marmite vlekken van gisteren er nog op. 'Naam wak!' Het is half vijf. Tijm is wakker. Laat de dag beginnen.

Ik heb de hoop nog niet opgeven. Noch op een goede nachtrust, noch op mijn rustuurtje tussen de middag. Soms werkt mijn strenge aanpak en slaapt hij als vanouds. Zie je wel, denk ik dan, hij heeft het nog nodig. Hij is nog niet klaar voor een slaaploze dag. Ik in ieder geval niet. Ik heb mijn rust hard nodig. De uurtjes tussen de middag ervaar ik nu als gestolen momenten. Ongeoorloofd genot. Ik voel me er soms schuldig over. Dat ik zo ontzettend kan genieten van het feit dat mijn kinderen slapen. Maar ja. Had ik ze niet, dan viel er niets te genieten. Toch?

1 opmerking:

  1. He wat leuk, een bloggende naamgenoot! Grappig om je eigen naam tegen te komen onder een reactie, terwijl je het niet zelf hebt geschreven... zo vaak gebeurt dat niet met onze naam toch?

    BeantwoordenVerwijderen