donderdag 13 oktober 2011

Zoete slaap

Het verhaal is uit. ‘Kom op jongens, je bed in,’ zeg ik.
Linde gaat liggen. Het puntje van haar kin net boven de deken. Tijm gaat ook liggen, op de grond, middenin de kamer. Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Naar je bed Tijm, en snel.’
Tijm grijnst en blijft liggen. ‘Of zal ik je je bed in kietelen?’ roep ik.
Hij blijft liggen en ik val aan. Ik kietel en kriebel, Tijm giechelt en wriemelt. Ik pak hem op, zijn voeten in één hand, zijn handen in de andere. Ik zwaai hem omhoog en jonas hem zijn bed in. ‘Wil je nog een kusje?’
‘Nee,’ roept Tijm en kruipt onder de deken.
Linde wil er wel een. Zoetjes kust ze terug, maar het halfdonker verhult de ondeugende twinkel in haar ogen niet.
Ik laat de deur op een kier en loop naar beneden. Even negeer ik het gemompel, het gesluip, de stappen door de gang. De lopende kraan. Dan hoor ik geroep. ‘Mama!’
‘Mahama!’
Ik zucht naar boven. ‘Mama, we hadden dorst. We zijn nat.’
De plas op de vloer en de doorweekte pyjama’s, ik zie het. Ik droog af, kleed om en stop weer in. Ik ben de trap nog niet af of er klinkt opnieuw geroep. ‘Mama!’
‘Mama, we moeten plassen.’

Een half uur en veel op en neer later ben ik het beu. Ik bulder de trap op. ‘Als jullie nu niet gaan slapen dan zwaait er wat. Dan, eh, dan...’ Dan wat? Ik spuug eruit: ‘Dan gaan we morgen niet naar de speelgroep. Slapen. Nu.’ De deur slaat achter me dicht. Die zit, denk ik nog. Het duurt niet lang voor ik mijn fout besef. Ik had me op de speelgroep verheugd. Even probeer ik de herrie te negeren, murw geschreeuwd, moe. De herrie wordt harder, gestommel klinkt, gebons en dan een harde knal. Ik stamp naar boven, open nijdig de deur en zie een berg knuffels, speelgoed en boeken. Bovenop twee dekens en twee peuters. Mijn buik proest, mijn mond trekt, maar ik lach niet. Ik tel tot tien, kijk nog eens goed en de boosheid komt vanzelf. ‘Oké. Geen speelgroep morgen. In. Jullie. Bed. Nu!’
Het speelgoed schuif ik willekeurig in dozen en kasten. Ze liggen, maar ik ben de deur nog niet uit of ik hoor alweer beweging. Ik draai me om, gris Tijm uit bed en draag hem naar ons grote bed. Hij sputtert tegen, wil niet alleen, niet zonder zijn zusje. Ik zwijg, stop hem in, kus hem, doe lichten uit en deuren dicht. Linde ligt stil, met grote ogen. Ik aai over haar haar en sluit ook haar deur. Het blijft stil.

Niet veel later ga ook ik, afgemat, naar bed. In het donker tast ik rond. Waar is die jongen? Ik knip het licht aan. Het bed is leeg. Ik sluip de kinderkamer in, tuur door het duister, maar ook Tijm’s bed blijkt leeg. Beduusd kijk ik om me heen. Ik vind hem in Linde’s bed, broer en zus innig verstrengeld, in diepe rust. Even aanschouw ik het zoete tafereel. Dan, heel gemeen, peuter ik ze uit elkaar.

5 opmerkingen:

  1. Poeh, wat een klus hè? Ja, das nou gemeen om ze uit elkaar te peuteren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Geweldig zeg, liggen ze eindelijk te slapen. Wat een gedoe kan dat zijn he. Je houdt het lang vol hoor, een half uur..erg knap. Maar inderdaad, soms geef je straf waarmee je jezelf het meest straf.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. :-) ik kan het nooit over mijn hart verkrijgen ze uit elkaar te halen als ze zo innig lief samen slapen.....

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nav je vraag over 'aan het woord': Karien, neem anders even contact op met de organisatie of download de reglementen. Daar staat vást meer te lezen over of je echt een inwoner moet zijn van Gelderland. Ik zit niet in de organisatie, wordt gewoon ingehuurd, dus ik weet niet alle ins en outsourcen.
    Groet, Margriet

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Outs, ipv outsourcen. Spellingcontrole doet maar wat. Typ dit op iPhone, gaat allemaal niet zo handig. Zucht.
    Margriet

    BeantwoordenVerwijderen