dinsdag 16 augustus 2011

Tinnetaal

'Tinne taat de tinnetaal.' De tinnetaal is een heerlijk, kabbelend taaltje dat het niet zo nauw neemt met de articulatie. De hele dag zingt de taal op hoge toon door ons huis. Helaas brabbelt niet iedereen deze tinnetaal even vloeiend mee. Sommig bezoek begrijpt niets van Linde’s prachtige verhalen. Toch is de taal niet moeilijk. Je vervangt elke j, s, z, l, f, v, w, r of d met een t. Fluitje van een cent. De h’s slik je in. Dan zijn er nog wat grammaticale onregelmatigheden, maar die zijn voor een goede beheersing van de taal niet essentieel. Je kunt ze op je gevoel wel invullen. Met een beetje moeite en niet te veel pietluttigheid heb je hem zo onder de knie, die tinnetaal. Tinne helpt je graag een mondje. Want wat is Linde in tinnetaal? Natuurlijk: Tinne.

We worden er steeds beter in. Sterker nog, wij kletsen gezellig mee.
‘Wat willen jullie drinken jongens,’ vraag ik in de pub. ‘Tinatappeltap? Of liever appeltap?’
Tijm lacht besmuikt achter zijn hand, maar antwoordt keurig. ‘Sinaasappelsap graag mama.’
Linde kiest, verrassend genoeg, voor tinatappeltap.

Soms voel je de zinnen al aankomen. Genietend wacht ik dan af tot ze komen. Vaak als voorzien, zo nu en dan verrassend en onbegrijpelijk. Altijd schattig. In het bos blijft Linde steken, haar spijkerbroek gegrepen door een bramentak. Een tijdje trekt ze, zacht, dan harder aan haar been. Dan kijkt ze vertwijfeld om zich heen. Trekt nog eens. Ik tel af in mijn hoofd, en ja, daar roept ze, keurig op één: ‘Mama. Mama. Ik tit tast!’
Glimlachend bevrijd ik haar van haar braam.

Even later roept ze weer. ‘Mama, mama.’
Ik kom al. ‘Mama. Tiese anden!’
Ze steekt twee modderige pootjes omhoog.

Maar een enkele keer gaat het mis. Dan snap ik de tinnetaal niet. Zoals laatst gebeurde. Linde heeft twee onafscheidelijke vriendinnen. Poppa. En haar rode jas. Overal gaat de jas mee naar toe. Aan wil ze hem zelden, maar regen, zon of hittegolf, ze draagt hem in haar handen mee. Binnen en buiten. De rode jas wordt een dekentje voor Poppa. Een dak voor een tent. Een picknickkleed. Of gewoonweg een jas. Dus toen ze in de kamer vertwijfeld om zich heen keek, ‘Tas, mama, tas, waa is mijn tas?’ wist ik het meteen. Ik haalde haar jas van de kapstok. Helaas. Niet goed. ‘Nee,’ stampvoette ze. ‘Nee mama, mijn tás!’
Ik mijn hoofd liep ik de mogelijkheden na. Haar vas? Haar las? Haar was? Haar sas? Klas? Glas? Ik kon er niets van maken. Krokodillentranen stroomden over Linde’s wangen. ‘Mijn tas mama, mijn tás.’

Grote broer bracht verlossing. Tijm kwam, hij zag, hij luisterde en liep naar de gang. Linde lachte en strekte haar armpjes uit. Ik sloeg me voor het hoofd. Natuurlijk. Haar tas.

6 opmerkingen:

  1. Mooi geschreven. Hier ook hoor, de oudste twee kunnen perfect met jongste meepraten, soms zelfs nog zuiverder "babytaal" (zoals dat bij ons heet) dan jongste zelf. En oudste snapt ook meestal wel wat íe nou bedoelt als ik weer eens lost ben. De perfecte tolk!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha, geweldig! Mooi hè, die taalontwikkeling. Grappig dat Linde 'tiese anden' heeft. Bij Bloem zijn ze 'bies'. En ik denk dat 'anden' bij haar eerder 'ande' zouden zijn. Desondanks zouden ze elkaar denk ik best begrijpen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Oh wat leuk om te lezen. En zo herkenbaar!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. haha leuk verhaal! aangezien ik zelf vroeger de b(eek)taal sprak, kon ik linde natuurlijk haarfijn verstaan. wat een schatje is het. wij drinken voortaan ook tinatappetap. leuk souveniertje. liefs!marien
    ps er staan leuke bloemetjes in mijn rozenlimonadeflesje. over souveniertjes gesproken..!!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat enorm leuk om dit te lezen. Ik kan me niet herinneren dat onze jongens aparte woorden ontwikkelden, maar deze is geweldig hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hier is één woordje blijven hangen; wij eten appels, appelsienen en appelperen ... kinderlogica ;-)

    BeantwoordenVerwijderen