donderdag 1 juli 2010

Doppen

Mama zet een grote, groene zak op tafel. En een pan. ‘Boontjes,’ gromt Tijm. Hij kijkt boos. Tijm lust geen boontjes.
‘Nee, erwtjes,’ zegt mama.
Tijm schudt van nee. Erwtjes zijn klein en rond. Niet lang en dun. Wel groen. Tijm vindt erwtjes lekker. Maar mama laat het zien. Ze breekt een boontje open. Wat rolt daaruit? ‘Erwtjes!’ juicht Tijm.
‘Help je mee?’ vraagt mama.
Tijm knikt. Hij grijpt een boontje en breekt het doormidden. Een klein groen erwtje tuimelt op de grond. En stuitert weg. ‘O jee,’ roept hij.
Daar komt Linde aangekropen. Ze kruipt achter de rollende erwt aan. Haar priegelvingertjes hebben het groene balletje te pakken. Ze steekt hem in haar mond.
Ze smakt en haalt hem weer uit haar mond. Ze bekijkt de erwt goed. Haar hoofd zwaait van links naar rechts. Dan legt ze hem neer op de grond.
‘Nee Linde,’ roept Tijm.
Hij klimt op de grond en raapt het erwtje op. Hij stopt het netjes in de pan.
Dan klimt hij weer op de stoel. Samen met mama dopt hij verder. Steeds meer. Hard smijt Tijm de erwtjes in de pan. Ze buitelen rond. Een paar erwtjes stuiteren eruit. Ze rollen over de tafel. Ze rollen op de grond. Overal rollen de erwtjes. Linde kruipt er achteraan. Ze wijst en lacht.
Tijm heeft een idee. Hij haalt de theekopjes en de schoteltjes. En de lepeltjes. Hij schenkt een kopje erwtjes in voor mama.
‘Suiker en melk?’ vraagt hij.
Met het lepeltje roert Tijm de erwtjes. Ook Linde krijgt een kopje. Ze nipt er keurig aan.
‘Dop je nog mee Tijm?’ vraagt mama. Ze wijst naar de berg boontjes. ‘We moeten nog een heleboel.’
Tijm pakt een schoteltje en dopt het vol erwtjes. Hij giet het schoteltje leeg in de pan. Nog een schoteltje vol dopt hij. Voorzichtig roert hij de erwtjes om. Dan schept hij er een in zijn mond. ‘Pfff,’ spuugt hij, ‘niet lekker.’
‘We moeten ze eerst koken,’ antwoord mama. ‘Kom, doordoppen.’
Eindelijk zijn alle erwtjes gedopt. Tijm, mama en Linde kruipen over de grond om de ontsnapte erwtjes te zoeken. Tijm kruipt onder de tafel. Hij heeft het laatste erwtje te pakken. ‘Kom,’ zegt mama, ‘we gaan ze koken.
Ze doet water in de pan en zet hem op het fornuis.
Tijm gaat tafel dekken. Hij zet de borden op tafel. Zijn eigen vork, mes, lepel. En een lepel voor Linde. Linde en Tijm zitten klaar. Ze trommelen hun bestek op tafel. Steeds harder. Mama, schiet op! Eindelijk is het eten klaar. Vlug wil Tijm een erwtje aan zijn vork prikken. Maar het gaat niet. Steeds rolt het weg. Boos prikt hij op zijn bord.
‘Gebruik dan je lepel, kijk, zo,’ doet mama voor met Linde’s lepel. Eigenwijs schudt Tijm van nee. ‘Met de vork.’
‘Wat je wilt,’ zegt mama en steekt de lepel in Linde’s mond. Linde kijkt verbaasd. Ze smakt hard. Ze kijkt mama schalks aan. Zachtjes duwt haar tong de erwtjes eruit. Linde lacht. Mama zucht.
‘Lukt het, Tijm?’
Tijm heeft drie erwtjes aan zijn vork geprikt. Trots laat hij ze zien. Dan steekt hij de vork in zijn mond. Langzaam rolt hij de erwtjes op zijn tong. ‘Heerlijk,’ zegt hij en slikt ze door.

6 opmerkingen:

  1. Mooi! Doet me denken aan het boek van Pietertje die zijn spruitjes niet lust. Maar gelukkig lust Tijm de erwtjes wel!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je maakt er een geweldig leuk klusje van !!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat leuk dat Tijm al echt kan helpen met koken! En fijn dat hij daarna de erwtjes uiteindelijk ook at: het was zeker een lange zit aan tafel; erwtjes met een vork? ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Huize steen, als je twee bent is alles een spel, toch? Hij vind zelfs tafel dekken cool.
    En Myrna, ja, dat duurt even... En daarna moesten we weer over de grond kruipen om de erwtjes te verzamelen....

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mooi verteld! Ik heb trouwens wel bewondering voor jouw engelengeduld...

    BeantwoordenVerwijderen