maandag 4 maart 2013

Spelen of spellen?

Op mijn beeldscherm prijkt een verhaal. Ik ga zitten en ik lees.

De reesautoos gingu vat dringkun. Omdat zu ha dorst.
Teon gingu naar de rees baan. 54321 start de rode ging.
teon haalden en andere 00too roode ootoo in
Teon was het aguloopun.

Een jaar geleden klaagden we over het Engelse onderwijs. Over kinderen van vier en net vijf die in schoolbanken worden gedwongen te zitten en te leren. Te leren lezen, schrijven, en rekenen. Dat vonden we maar niets, want kleuters moesten spelen. Spelenderwijs leren.

We verhuisden naar de andere kant van de wereld en kozen voor een Hollandse School. Terwijl Tijm’s Engelse vriendjes in hun reception klas woorden leerden, en op de kerstkaarten al stoere verhalen schreven, speelde Tijm in de bouwhoek en de huishoek van groep twee. Hij leerde letters die hij al kende, en vreemde, nieuwe combinaties. De a die in het Engels e heet en op school ah, en die er anders uitziet als je hem schrijft dan als je hem typt. De oe die net zo klinkt als de Engelse oo. De tuh die mama tee noemt en de Engelse juf thie. De eh die soms als een éh klinkt, soms als een uh en soms als een èh. Die als hij groot is een hark is en klein een ronde kronkel.

Thuis lezen we over Pim, en Nies, en Hop on Pop en Tijm kan het wel, maar heeft er het geduld niet voor. Mama leest het sneller voor. Schrijven, dat wil Tijm. Boeken maken, net als mama. Hij heeft het zichzelf geleerd. Met stiften, pennen en potloden krabbelt hij pagina’s vol. Namen, dieren, dingen. Overgeschreven of uit zijn hoofd. Ook het beeldscherm typt hij keer op keer vol, wat mama dan moet uitprinten zodat hij de plaatjes erbij kan kleuren en alles aan elkaar kan nieten tot een echt boek. Kom mama, roept hij weer, print mijn boek uit.

Mama, die voor het beeldscherm de deleteknop al wil indrukken en de woorden wil verbeteren. Maar die zich inhoudt, want Tijm’s fonetische Nederlands is zo mooi en schattig. Mama, die zich afvraagt waarom het toch zo moeilijk moet, waarom, zelfs binnen één taal, een letter op twee manieren geschreven en soms wel drie manieren uitgesproken dient te worden. Hoe leg je de onlogica van taal uit aan een vijfjarige?

Zin voor zin, onder zijn verhaal, typ ik de juiste spelling. Met Tijm op schoot leg ik uit, kijk, auto schrijf je zo, met een a en een u aan het begin, maar wel een o, eentje maar, aan het eind. Je zegt ootoo, maar schrijft auto.

Boos kijkt hij me aan. Nee mama, dat van jou moet weg, dat vind ik niet mooi. Ik wil het schrijven zoal ik het wil, zoals ik het zeg. Niet zoals jij het doet. Haal weg.

Ik delete mijn nette, correcte zinnen en laat zijn speelse staan. We printen, Tijm tekent, en het wordt een prachtig boek. Spellen? Dat mag de juf hem leren, volgend jaar, in groep drie. Nu is schrijven nog spelen.

7 opmerkingen:

  1. Zó moeilijk, die Nederlands taal. Maar voor dyslectici is Engels net zo moeilijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kwam net thuis en vond deze op de computer:

    Naidurlant vas hil goet
    De bes hat hil vil
    Toen hat naidurlant guvonun

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Precies. Ze leren het vanzelf. Als de tijd daar is. Ik vind het geweldig, dit soort schrijfsels.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ah, wel leuk dat hij er zoveel lol in heeft, da´s toch een goed teken.
    Wat een verschil met het Spaans, alles schrijf je zoals je het zegt en zeg je zoals je het schrijft. Kinderen kunnen al heel vroeg lezen en vrij goed schrijven.
    Enne, idd, bewaren die sgreivzuls!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Uiteindelijk toch wel knap van hem, dat hij dit had getypt. Het correct schrijven, dat komt wel vanzelf.

    BeantwoordenVerwijderen