maandag 26 april 2010

Een plek in de zon

Ik ben een nomade. Verwekt in de hete Arabische woestijn werd ik, bij gebrek aan ziekenhuizen ter plaatse, in Nederland geboren in de heetste zomer van de twintigste eeuw. Amper twee weken oud keerde ik terug naar huis, naar mijn woestijn. Toen we vele omzwervingen later terugkwamen in Nederland waren twee dingen voorgoed in mijn tienjarige wezen geëtst. Het rondzwerven en de zon.

Ik verhuis nog steeds, elke paar jaar, op zoek naar de zon. Of zoek ik toch iets anders? Want na bijna vier jaar in dit koude, natte land, gaat het onmogelijke gebeuren. We kopen een huis. Ons huis. Ons droomhuis. Huiselijk als ik ben, nooit eerder heb ik een huis bezeten. Ik vergelijk me graag met een slak, mijn huis draag ik op mijn rug. Waar ik ben, waar mijn gezin is, waar mijn spullen zijn, daar ben ik thuis. Huisraad heb ik namelijk wel. Veel ook.

Komt het door de kinderen? Was dit huis te mooi om waar te zijn? Was het gewoon een financieel gunstige beslissing? Of optie D, all of the above. Wie het weet mag het zeggen. Soms bekruipt me een kleine twijfel. Als we maar niet vastroesten, want op een gegeven moment moeten we toch verder, verder naar die zon.

Maar nu komt de lente eraan en ben ik vooral blij. Het beste van een eigen huis is namelijk de tuin. Tuinieren en rondzwerven gaan niet samen. Tuinieren kost tijd. Niet alleen tijd om op je knieën gravend onkruid uit te pluizen, maar ook tijd voor de planten om te groeien en bloeien en alles zo heerlijk vol te woekeren. Ik houd van een wilde, gezellige tuin vol bloemen. Dus nu het onze tuin gaat worden, en vorig weekend zo heerlijk de zon scheen dat ik mijn reuma amper voelde, togen we aan het werk.

We maakten van ons beukenbos weer een nette haag. We vochten met de klimop die van alle kanten onze tuin aanvalt. We maakten alle hoeken en gaten van de tuin dicht. Zodat we onze konijnen binnen, en vossen buiten houden. We maakten een hek om te voorkomen dat Linde zich kapot zou vallen op het houten trapje.

En vooral maakten we heel veel plannen. Plannen en dromen. Ik droom van een moestuin, en kippen. Roel van een mosloos grasveld. Tijm droomt van schommels en glijbanen en Linde van een oneindig grote zandbak. Voor alles is plaats in onze droomtuin.

Er is nog een klein risico, de huizenmarkt in Engeland is verraderlijk. Tot het allerlaatste moment kan de koop afketsen. Ik lig er niet wakker van. Ons droomhuis kunnen ze ons afnemen. Maar onze dromen nooit.

6 opmerkingen:

  1. Een droomhuis zonder dromen is erger...

    Heel veel geluk en plezier met de koop en met het opknappen/tuinieren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou, het klinkt verrukkelijk!! Een droomhuis dromen is mooi, maar er een bezitten is nog mooier! Wij hebben in de herfst een droomhuis gekocht in Zweden en ik ben al druk aan het tuinieren!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ooh gaaf! En joh, je kunt het altijd verkopen. We hebben vorig jaar ook een huis gekocht, en hebben nu alllebei verhuiskriebels. En als je wilt, dan kan het altijd. Tenminste dat is mijn motto.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat schrijf jij ontzettend leuke stukjes! Groetjes Floor

    BeantwoordenVerwijderen
  5. wauw ka wat een spannende ontwikkelingen allemaal! ik vertrek morgen voor 5 dagen naar marrakech, maar als ik terug ben, bel ik je om bij te kletsen. ps je bent een geboren schrijfster! echt heel leuk om te lezen. xxmarien

    BeantwoordenVerwijderen