Ik poef het dekbed op en scherm me af van de donkere kamer. Stap, stap op de houten vloer. Een kus, een fijne dag, een werk ze. Stap, stap. Een doffer geplof op de trap. De voordeur slaat dicht. Ik tel de minuten af, de seconden, die me nog resten. Hoor ik een hoest? Een deurklink? Ik trek het dekbed over mijn hoofd. Ontkennen kan niet. Trippel, trappel over de houten vloer. De kleine voetjes staan stil. Dan trekt een handje aan mijn arm. ‘Goedemorgen mama!’
Ik sla het dekbed open en een warm klein jongenslijfje kruipt mijn holletje binnen. Twee armpjes klemmen om mijn nek. Een kusje op mijn wang. Even, heel even, ligt hij stil.
Dan, ‘melk, mama?’
‘Op het kastje, kijk maar, daar.’
Trippel, trappel, naar de melk. Terug in bed. Naast me een stil lijfje, alleen het zuigen en slikken is voelbaar. Ik tel weer, de slokken af.
‘Op!’
Nu is het stilliggen voorbij. De energie van de melk stroomt het lijfje binnen en het gewoel, geschop, geduw en getrek begint. Mama wordt een klimrek. Een trampoline. Een trein. Een boot. ‘Pas op, niet op mijn buik!’
Ik reik naar het nachtkastje voor afleiding. We lezen boekjes. We puzzelen. Alles om het onvermijdelijke opstaan uit te stellen. Zelfs een goed gesprek.
‘Heb je pijn in de voet mama?’
‘Ja lieverd.’
‘En een baby in de buik?’
‘Ja, dat ook. Kijk maar hoe dik.’
Ik wrijf over mijn bolle buik.
‘Mama heeft geen piemel.’
‘Nee, dat klopt.’
‘Tijm wel. En papa ook.’
‘Inderdaad.’
‘Maar Linde niet.’
Ik schud mijn hoofd.
‘En de baby?’
‘Dat weet ik niet. Misschien. Misschien ook niet.’
Hij kijkt mijn buik onderzoekend aan.
‘Ik wil de baby kusje geven.’
‘Dat mag, wel voorzichtig zijn, niet te hard.’
Hij trekt mijn pyjama omhoog. Overlaadt de buik met kusjes. Samen voelen we. Kijk, daar zit ie, daar is een rug. Daar steekt iets uit.
‘Het is een hele kleine baby, hè mama,’ vraagt hij.
‘Zo klein?’
Hij strekt zijn armen wijd.
‘Nee joh, veel kleiner, dat past toch nooit. Zo groot is Linde al. Of jij.’
‘Tijm is heel groot. Tijm was ook klein in mama’s buik, ja?’
‘Ja.’
‘En Linde ook?’
‘Ja.’
‘En mama?’
‘Mama was in oma’s buik.’
Hij knikt.
‘En papa?’
‘Papa niet. Papa was in oma José’s buik. Oma José was getrouwd met opi. Maar toen ging ze dood. Dat was niet leuk, toen moesten we heel hard huilen allemaal. En toen kwam opi omi tegen en ging hij met haar trouwen. Dus papa zat niet in omi’s buik. Snap je dat?’
Hij gaat er voor liggen. Heel stil. Denkt een tijdlang na. Dan knikt hij instemmend.
‘Ja. Oma José is op een wolk. Ze kijkt naar Tijm’
Dan peinst hij nog even door.
‘En opa,’ vraagt hij, ‘heeft die ook een piemel?’
Herkenbaar, ontroerend en grappig. Fijn weekend.
BeantwoordenVerwijderenEen Goed Gesprek!
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk zeg, zo samen in het grote bed!
BeantwoordenVerwijderenWat een heerlijk ontroerend gesprekje, zo met z'n tweetjes in het warme grote bed. Een echt koestermomentje :o)
BeantwoordenVerwijderenFijn weekend!
Haha. Ik ben blij dat hier niemand weet wat het woord piemel betekent, want Kobus heeft het al regelmatig door de supermarkt geroepen hier. Want, Keesje en papa hebben een piemel. En mama en Kobus niet...
BeantwoordenVerwijderenkijk, dit is nog eens een gesprek op niveau.
BeantwoordenVerwijderenprachtig!