Ik sta bij het fornuis en roer in een pan tomatensaus. Tijm schuift een stoel bij, gluurt over de rand, en merkt op: ‘Eten kook.’
‘Ja,’ beaam ik.
‘Tijm ook eten kook,’ commandeert hij, ‘Tijm help.’
Ik dirigeer Tijm weg bij het vuur en geef hem twee kleine pannetjes. Een steelpannetje en een koekenpannetje. Tevreden knikt hij. ‘Tijm zijn pan.’
Ik kook verder. Tijm ook. Na een tijdje laat hij zijn kooksels zien. ‘Tomaat,’ steekt hij parmantig het steelpannetje vooruit. Erin liggen vier rode duplosteentjes. Dan laat hij het koekenpannetje zien. ‘Ei bak!’In het koekenpannetje liggen de ronde, geel plastic castagnetten.
De kleine kok pakt een houten lepel en roert geconcentreerd in zijn saus, het puntje van zijn tong tussen zijn tanden. Trots aai ik de kleine topkok over zijn bol. Die avond vertel ik enthousiast aan een vriendin over zijn creativiteit. Hoe hij alles maakt van duplo. Tomaten, flessen melk, en zelfs hele worsten bouwt hij. Hoe veel leuker dat is dan van dat plastic eten, waar hij op de crèche hele dagen mee rondzeult. Dat duplo veel meer de fantasie prikkelt. Mijn vriendin knikt beamend.
Een paar dagen later slenteren we over de rommelmarkt. Langzaam vult de buggy zich met de aangeschafte prullen. Het oranje retro-jaren-zestig tosti-ijzer dat vast onze stoppen zal doen doorslaan. De mooie geslepen waterglazen. De jaren veertig kinderboeken. De zachte jurk met groene blokjes. Tijm past er niet meer bij. Hij stuitert los over de markt. Tijm mag ook wat uitzoeken, beloof ik gul. Nadat ik hem met vereende krachten bij een grote radiobestuurbare auto, een elektrische trein en een machinegeweer weggesleurd heb rent hij opeens wijzend en gillend naar de overkant. ‘Ei bak!’ juicht hij.
Stralend staat hij bij een doos vol plastic etenswaren. Een gebakken ei. Frietjes. Erwtjes. Een hamburger en zelfs een dikke worst. En als klap op de vuurpijl een heuse fles ketchup. ‘Ketsjup,’ zegt Tijm en aait de fles liefkozend. Het door mijn zoon tegen zijn buik geklemde doosje moet vijftig pence kosten. Ik strijk mijn hand over mijn hart en in mijn zak, en diep de grote zevenhoekige munt op. Zuchtend overhandig ik hem aan de verkoper.
’s Avonds aan tafel heeft Tijm twee borden. Een met echt eten. En een met plastic eten. Het echte eten kijkt hij niet aan. Het plastic eten wordt met smaak verorberd. Wel zesentwintig keer. Bij het naar bed gaan is zijn honger nog niet gestild. Het gebakken ei moet mee naar bed. Als ik later op de avond bij hem ga kijken heeft hij het ei strak in zijn vuistje geklemd. Zijn gelukzalige glimlach verraadt waarvan hij droomt.
hoe lief :)
BeantwoordenVerwijderenWat een geemancipeerd kereltje zeg! Nu al een eventuele waardige schoonzoon... :-)
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk..
BeantwoordenVerwijderenWij hebben hier "zo'n kinderkeuken mét veel plastic troep erbij (hout is degelijker maar daar kunnen ze harder mee op elkaar en mijn ruiten slaan) en het is een hit, al jaaaaren, bij onze kinderen en alle bezoekers onder de 18.
Mamalien, zo'n keukentje staat bovenaan mijn verlanglijstje voor Tijm's verjaardag. Altijd al willen hebben!
BeantwoordenVerwijderenWat een lieverd lijkt me jouw jochie. Je schrijft echt heel goed. Mooie woordkeus.
BeantwoordenVerwijderenTe cute! Hier roert meneer ook regelmatig in de (lege) pannen. Af en toe keer ik er een doosje rozijntjes in om. Tijd voor nep eten dus :).
BeantwoordenVerwijderenHeya i am fοr the fiгst time herе.
BeantwoordenVerwijderenI cаme across this bοard and I fіnd It rеally usеful & іt helped
mе out muсh. I am hoping to present something
back and hеlp others like you aidеd me.
Also see my web page - autocarnetwork.com