Ik vond het wel
een mooie gedachte, autoloos zijn. Stoer. Goed voor het milieu. En de
portemonnee, want op dit overbevolkte eiland worden de wegen leeg, tenminste
iets leger, gehouden door auto’s duur te maken. Heel duur.
We namen ons dus voor
het zonder te doen. De kinderen worden door de schoolbus opgehaald en weer
thuisgebracht. Ook het openbaar vervoer is uitstekend in Singapore. We wonen
tussen verschillende bushaltes, en op minder dan vijfhonderd meter van twee
metrostations. En voor waar geen bus of metro komt is er de taxi, die juist wel
heel betaalbaar is. Drie of vier flinke ritten per dag zijn nog altijd
goedkoper dan een eigen auto.
Een bus klinkt fijn.
En dat is hij ook, als ik alleen reis. Maar wie zonder ongelukken een kleuter,
een peuter, een dreumes, drie steppen en een buggy de hoge treden van een bus
weet op te hijsen en tegelijkertijd met drie verschillende chipkaarten weet af
te rekenen, en dit alles voor de bus weer vertrekt, verdiend wat mij betreft een
medaille.
Nadat je dan de
bus binnen gezwoegd bent komt de volgende uitdaging; voor hij gaat rijden (over
het algemeen net als jij je voeten van de treeplank haalt) alle kinderen,
steppen en buggy’s in veiligheid brengen voor ze door de hotsende bus heen
schuiven en buitelen. Halverwege de rit heeft de dreumes, die je uit
zelfbescherming stevig in de buggy hebt vastgesnoerd, genoeg gehad en zet het
op een brullen. Terwijl jij met je ene hand de buggy op zijn plek houdt, met de
andere jezelf in balans aan een paal, en je voeten de steppen vastklemmen,
dwaalt je ene oog dat niet bezig is de peuter en kleuter op de achterste bank
in de gaten te houden naar je tas, en puzzelt hoe je dat doosje rozijntje uit
de tas, in de handen van de dreumes zou kunnen krijgen. Totdat je je realiseert
dat je in Singaporese bussen, onder bedreiging van zware straffen, niet mag
eten. Is iedereen eindelijk veilig en tot rust, dan ben je er, en mag je de
oefening in omgekeerde richting herhalen. Op de stoep aangekomen tel je vlug je
bezittingen en hoopt geen tas, kind of step in de wegrijdende bus achter te
hebben gelaten.
De metro reist
gemakkelijker. Maar die komt niet overal, en in de verzengende hitte dan wel
tropische moesson is zelfs vijfhonderd meter te ver lopen voor drie kleine
kinderen.
Dus nemen we maar
weer een taxi. Die is dan wel goedkoop, komt overal en voor de eigen deur. Maar
zie er maar eens een te krijgen in de spits, tijdens zware regen of op
afgelegen plekken. Heb je er eenmaal een dan kun je aan een weinig aangename
rit beginnen. Een peuter en een kleuter zonder stoeltjes laten vervoeren door
op zijn zachtst gezegd als idioten rijdende Singaporezen is niet bepaald
veilig, zeker niet met een dreumes die de hele taxi door klimt en krijst. Ook
om de weg te vinden zijn ze weinig nuttig, want de gemiddelde taxichauffeur
kent de wegen van Singapore slechter dan ik. Zonder van tevoren nauwkeurig
uitgeplozen routebeschrijving kom je niet ver.
Kortom, we
hielden het nog geen drie maanden vol. Sinds een paar dagen zijn we de
gelukkige eigenaars van een zwartglanzende bolide. Net op tijd voor het
regenseizoen.
Ik dacht al: dat houdt ze autoloos niet lang vol ...
BeantwoordenVerwijderenNee dus...
VerwijderenVeel plezier daarvan!
BeantwoordenVerwijderenHoren we later van je hoe het manoeuvreren tussen 'als idioten rijdende Singaporezen' jullie vergaat :-)
Nou, je hebt het geprobeerd, toch? Ik word zo gelukkig van mijn autootje... heerlijk. Ben ook benieuwd hoe het autorijden daar in de drukte (?!) bevalt...
BeantwoordenVerwijderenIk zie je daar al stuntelen in die bus. Je hebt groot gelijk!
BeantwoordenVerwijderenJa hoor, het stuk over rijden in Singapore zal snel volgen! Dat is een verhaal op zich...
BeantwoordenVerwijderenIk kan het me levendig voorstellen :-).
BeantwoordenVerwijderen