Er heerst hier een rage. De Micro step. Of, in goed engels, de Micro scooter, spreek uit ‘scootah’. Op zijn scootmobiel schiet Tijm door het dorp, het park, het museum, de Londense Underground. Samen met alle andere Engelse peuters. Iemand in Zwitserland vond hem uit, een Brit zag hem, kocht de rechten, sloeg aan het importeren en nu heeft elke peuter in Engeland er een. Ergonomisch verantwoord, ruinschoots gekeurmerkt. Twee wielen voor, één, met rem, achter. Een hendel met lekkere grippen. Leun je naar links dan stuurt de step mee. Hard dat ze kunnen. Overal zie je moeders met buggies hijgend achter hun rondscootende nageslacht aanrennen. Scholen hebben verzamelplekken waar de kinderen gezamenlijk achter juf op haar megastep naar school steppen.
Tijm moest er even inkomen. Ik kocht de step een half jaar geleden, Tijm tweeëneenhalf, dus dicht genoeg bij de voorgeschreven drie jaar. Een gele, limited edition, extra speciaal. Alleen, Tijm wilde een blauwe. Alle engelse jongetjes hebben een blauwe. Alle meisjes een roze. Maar mama is niet engels. Na een dag gillen besloot hij: geel is mooi. En probeerde het steppen. De wegen in Engeland zitten vol hobbels en gaten. Dus Tijm stepte en scootte en boem. Onderuit. Weer proberen en weer, boem. Een paar dagen liep hij mank. De step bleef mooi, moest altijd mee, maar Tijm liep ernaast, de gele step aan zijn hand.
Tot we op vakantie gingen. Het vakantiehuisje in Friesland lag aan een geweldige steprotonde. Een oase van ovaal, spiegelglad asfalt. Terwijl Linde haar looptechnieken oefende stepte Tijm rond en rond. Linde liep weg, weg van huis, tot aan de brug, maar niet terug. Tijm stepte mee, naar de brug, de blauwe brug, en weer terug. Linde op papa’s nek.
Terug in Engeland bleef hij onvervaard. Stoer laveerde hij om gaten, langs modderplassen en over hobbels. Op stepuitje naar het winkelcentrum raceten Tijm en zijn vriendin rondjes op de spekgladde marmeren vloer terwijl de kleine zusjes hun weglooptechnieken vervolmaakten. Toen zijn Nederlandse vriend Flor op bezoek kwam ontstonden er strubbelingen. Om en om stepten ze. Tijm tot de lantaarnpaal. Flor tot de hoek. De volgende wandeling waarschuwde Flor Tijm vooraf: ‘Je gaat zo niet weer piepen als ik jouw step wil.’
Maar twee jongetjes piepten. Piepten om de step. Lang duurde het niet voor Flor’s ouders overstag gingen. Een blauwe Micro werd gekocht. Dat weekend raceten twee blonde koppies over de straten, zoefden om hoeken als volleerde coureurs. Stuurden, hingen, remden en scheurden. Gebroederlijk, de ganse dag. Toen ging de blauwe step terug op de boot. De stepvriend wordt gemist maar het steppen gaat door. Mijn leven is er makkelijker op. In plaats van een dreutelende, draaiende, rondkijkende Tijm, kijkt híj nu over zijn schouder, ‘Mama, schiet op!’
Linde heeft haar lopen inmiddels meer dan geperfectioneerd. En Tijm het steppen. Af en toe loopt Linde naar de step. Aarzelend stapt ze erop. Voor ze kan proberen jaagt Tijm haar eraf. Ik kijk het aan. Twee belangrijke vragen rijzen in me op. Wanneer? En: welke kleur?
en dan jij ook één!
BeantwoordenVerwijderenEn ja, het broertje van het steppende vriendje van Tijm wil nu ook een step. Kleur maakt hem niet uit. Nu maar wachten tot de rage hier ook losbarst..!!
BeantwoordenVerwijderenx van Flor se moeder
Heb jij ook al zo'n stepje? Of is het niet voor moeders?
BeantwoordenVerwijderenIk nog niet, ik heb ze nog niet gezien voor moeders, dat over die steppende juffen komt uit de krant... En op het moment wordt het helaas lastig, met mijn gebroken voet en 7 maanden zwanger. Maar volgend jaar!
BeantwoordenVerwijderen