Samen staan ze bij de boekenkast. Voor de kast vormt zich een schuine berg boeken. Als ik aan kom lopen kijken ze gebroederlijk om en grijnzen me aan. Dan draaien ze terug en gaan rustig verder.
‘Stop Tijm, dat mag niet,’ roep ik.
Tijm draait zich om. ‘Linde ook.’
‘Linde moet ook stoppen. Maar jij helemaal. Jij bent groter. Jij moet het goede voorbeeld geven. Kom, opruimen.’
De boeken zijn terug in de kast. Tijm deed er twee, ik de rest. In de kamer wordt lief gespeeld. Met de autootjes. Dan opeens, gekrijs. Ik zie een hoopje spartelend en gillend kind. Eén lacht en één huilt. ‘Tijm, ga van Linde af, onmiddellijk. Naar je kamer.’
Linde speelt verder met haar liefste, groene auto. De auto rijdt rondjes om de bank, Linde op haar knietjes erachteraan. Tijm kijkt aarzelend om de deurpost en sluipt naar binnen. Ik kijk streng. Hij loopt naar Linde en geeft haar een kusje. ‘Solly,’ mompelt hij terwijl hij haar tegen zich platdrukt. Ze ondergaat het met bozige blik. Tijm gaat naast haar zitten, met de blauwe auto. Al snel weer gegil. Tijm is er vandoor met de groene auto. Linde zit met grote ogen op het kleed en strekt haar armpjes uit. Krokodillentranen stromen over haar wangen. Ik duw Tijm en de auto naar haar toe. ‘Geef terug,’ beveel ik. Schoorvoetend staat Tijm het groene autootje af.
Tijm gaat puzzelen. Voorzichtig schuift hij de stukjes aan elkaar. Daar komt Linde aan. Het gekrijs begint weer. ‘Niet eten, Linde, nee, mijn puzzel.’
Tijm springt boos op en neer op de kapotte puzzel. Ik trek de puzzelstukjes uit Linde’s mond en zet haar aan de andere kant van de kamer. Binnen tien seconden is ze weer bij de puzzel. Ik zucht. Kijk op de klok. Ja, het kan net. ‘Kom jongens, we gaan in bad.’
Juichend rennen en kruipen we de trap op.
Na het bad zitten twee pyjamamonsters naast elkaar melk te drinken op het trapje. Allebei het hoofd scheef, de fles schuin naar links. Zachtjes leunen ze tegen elkaar aan. Ik ruim de badkamer en de was op. De melk is op. ‘Kruipen,’ port Tijm Linde in haar zij. Lachend en grinnikend kruipen ze rond. Tijm voorop, Linde erachteraan. Door de badkamer, de logeerkamer en de gang, dan Tijm’s kamer. Tijm doet de deur dicht, zwaait, ‘dag mama.’
Achter de dichte deur hoor ik gerommel. Gegiechel. Gegil. Af en toe zwelt het aan, af en toe verstomd het. Dan een aanhoudend gekrijs. Ik ga kijken. Tijm ligt bovenop een wriemelende hoop laken. Vanonder het laken komt het gekrijs. Grommend trek ik Tijm eraf en geef hem een pets op zijn kont. ‘Mooi geweest, naar bed jullie.’
Ik geef Linde een knuffel, een speen, en rits haar in haar slaapzak. Leg haar in bed. Tijm klimt over de spijlen en geeft haar een kusje op haar neus. Een heleboel kusjes. Ik til hem uit het bed en zet hem op de gang. Meteen rent hij terug. ‘Musiek,’ roept hij bezorgd. Hij trekt het muziekschaap aan. ‘Slaap lekker Linde,’ zeggen we in koor, en trekken de deur dicht.
Niet met maar ook niet zonder elkaar....Echte broeder en zuster liefde :-)
BeantwoordenVerwijderenSchattig maar wel vermoeiend denk ik. Toch maar een box kopen? ( verhaal zit goed in elkaar. Super)
BeantwoordenVerwijderenIk zie het helemaal voor me - en dan te bedenken dat ik al naar het eind van de dag kon verlangen toen ik er pas één rond had lopen...
BeantwoordenVerwijderen