Tijm is een goed opgevoed jongetje. Hij zegt keurig alles en iedereen gedag. Hij gebruik hiervoor het engelse ‘bye’. Of ‘bye, bye.’ Laten we iemand uit dan komt Tijm bij de deur staan zwaaien. ‘Bye bye!’ Succes verzekerd.
Maar nu gaat hij het steeds meer gebruiken, te pas en te onpas. Hij deed hetzelfde met het ‘kusje voor het slapen’. Dat geeft hij altijd aan mama, papa en Linde. Of wie er verder zijn. Opa, oma, of de vrienden die we laatst over hadden voor een dinner party. En zijn duplo. En zijn trein. En zijn puzzels. Hij zwaaide ze na, je zag hem denken, ‘tot morgen lieve puzzels, morgen ga ik weer met jullie spelen!’
Hij doet iets grappigs en iedereen vind het mooi. Dus hij doet het weer. En weer. Wij blijven wel lachen. Laatst waren we op bezoek bij oud-oudoom Teu. Dat vond hij een mooi woord, Teu. Hij riep het steeds. Bij het weggaan riep hij – uit zichzelf –‘bye Teu!’ Teu vond het natuurlijk prachtig. En wij ook. Dus Tijm glimmen van trots. Hij ging ermee door. ’s Avonds aan tafel en de volgende dag. En elke keer moest iedereen weer hard lachen. Goed zo Tijm. We waren het voorval alweer vergeten, tot hij opeens, een paar weken later, zat te spelen en me schuin lachend aankeek, ‘bye Teu?’
Groeten doet hij op z’n nederlands, met ‘hallo’. Wel op z’n Tijms uitgesproken, dus ‘haljo’. Altijd vergezeld van een grote grijns. Hij weet precies wanneer je hallo moet zeggen en wanneer bye. Vanmorgen bij het aankleden zei hij netjes zijn tenen gedag voordat ze in zijn schoenen verdwenen: 'Bye teen'. Ook zijn hand, die moest immers in de mouw van zijn trui. En toen de hand er aan de andere kant van de mouw weer uitkwam riep hij vrolijk ‘haljo hand!’ Daarna liep hij nog even langs zijn bed en zwaaide, ‘bye slaap!’
Het blijft dus niet bij lichaamsdelen. Alles kan gedag gezegd. Laatst regende het. We renden door de regen naar de auto. Ik zette hem erin. Hij zwaaide door het raampje naar de regen en zei ‘bye nat!’ Onderweg groette hij alles wat we tegenkomen. ‘Bye autoos, haljo fiets. Bye bomen! Haljo maan!’
De enige die hij weigert gedag te zeggen is zijn vader. ’s Ochtends gaan ze samen naar beneden, even spelen en dan ontbijten. Daarna moet papa naar zijn werk. Dan zeggen we, zeg maar ‘bye bye’ tegen papa, want hij gaat weg. Beledigd draait hij zich om, de schoudertjes hoog opgehaald tegen het nekje. ‘No, no,’ schudt hij, ‘no no. No bye.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten