Allereerst is er Jenna, met blonde krullen en guitige wipneus. Tijm kent haar al sinds ze, een paar weken oud, samen op het speelkleed lagen. Met vijf maanden leerde Tijm kruipen en gaf hij haar zijn eerste kusje. Vanaf toen was het aan. Samen spelen gaat met veel gebakkelei, want ze laten zich allebei niet door de ander op de kop zitten. Op een feestje speelt Tijm wat verloren tussen vooral vreemde kindertjes. Totdat zijn vriendin, kordaat op haar stevige korte beentjes, binnenstapt. Ze zien elkaar meteen, staan stil. Dan wijzen ze. Lopen op elkaar af. Een meter uit elkaar blijven ze staan. Even kijken ze elkaar aan, het hoofdje scheef. Dan gaan de armen om elkaar heen en rennen ze gebroederlijk weg. Niet veel later is het weer mot. Tijm wil in het springkussen. Jenna niet. Jenna rent weg. Tijm erachter aan. ‘Jenna, Jenna, come.’
Jenna kijkt om, grijnst, zet de versnelling erin. Een paar minuten houden ze het vol. Jenna sprint, Tijm achtervolgt. Dan geeft Tijm het op. Hij gaat alleen springen. Jenna kijkt vertwijfeld, haar rug tegen de muur. ‘Tijm,’ roept ze zachtjes. Dan iets harder. Ze loopt naar het springkussen. ‘Tijm,’ roept ze. ‘Jenna,’ roept Tijm. Het is weer goed. Samen gaan ze springen.
Dan is er Tamsin met de steile blonde pony. Ook dat was liefde op het eerste gezicht. Elke week gaan ze samen naar de gym. Hebben ze elkaar gevonden dan bestaan andere kinderen niet meer. Een keer komen we laat en hijgend binnen. We zijn een paar weken niet geweest, we waren op vakantie. Nu zitten alle kindertjes al klaar in de kring, teacher Hannah voert het woord, ze hangen aan haar lippen. Dan ziet Tamsin Tijm bij de deur. Ze springt op, juicht ‘Tijm,’ en rent op hem af. Een omhelzing volgt. ‘Ah,’ zegt teacher Hannah, ‘Tamsin’s boyfriend is back.’
De kleine Sophie moet het afleggen, ondanks haar lange blonde krullen en poppenogen. Is ze te lief voor Tijm? Niet bijdehand genoeg? Gelukkig vindt Sophie een speelmaatje in Linde.
Minouk, met blond piekhaar, noemt hij liefkozend ‘Pinoek.’ Ze moeten altijd weer wennen, ze zien elkaar niet zo vaak. Even spelen ze apart, Minoek stuurs haar duim in de mond. Dan barst het los. Minouk leert Tijm wilde spelletjes. Klimmen, schreeuwen, van de trap af stuiteren. Vechten om beer. Tijm geniet en praat er dagen over na.
Op een dag hebben we het over trouwen. Tijm weet het precies. Papa is met mama getrouwd. Opa met oma. ‘En Tijm?’ vraag ik. ‘Met wie wil jij trouwen?’
Nieuwsgierig wacht ik op het antwoord. Wie van de dames wordt de gelukkige? Tijm denkt even na. ‘Met Flor,’ zegt hij dan stellig.
Nederlandse stepvriend Flor. Ik schiet in de lach. Maar we zijn moderne ouders. Dus ik knik: ‘Dat kan. Maar misschien wil je daar nog even over denken als je groot bent.’
Wel een mooie naam, Flor. En ik heb niets tegen homofilie, maar er moeten wel kleinkinderen komen heb ik ze hier al verteld!
BeantwoordenVerwijderenJa Mammalien, zo denk ik er ook over. Maar met drie kinderen is er hopelijk in ieder geval eentje bij die dat gaat verzorgen hoop ik dan maar...
BeantwoordenVerwijderenOeioei, worden we nu al 'hebberig'?! Ik herken het overigens wel - ik ben ook veel te nieuwsgrierig hoe de kinderen van mijn kinderen eruit zouden zien en wat er dan van onze opvoeding wel of niet wordt overgenomen. Wel fijn dat Tijm zoveel vriendjes (m/v) heeft.
BeantwoordenVerwijderenJe schrijft hartstikke leuk!
BeantwoordenVerwijderenhahaha deze romantische wending had ik niet verwacht!! te schattig.
BeantwoordenVerwijderenliefs en sterkte met de laatste loodjes!!!!!
xxmarien
ps van het recept van je pudding loopt t water me in de mond. kunnen wij niet een apres zwangeren kerstdiner organiseren...? MET 'gevoedde' christmas pudding. jummie mummie. (ja dit is weer een leuke woordspeling)
Haha,Pinouk staat klaar om sneeuwballen te gooien deze week!!!
BeantwoordenVerwijderenXxmaud